Een paradijsje, op naar de jungle
“When you travel, remember that a foreign country is not designed to make you comfortable. It is designed to make its own people comfortable.” ~ Clifton Fadiman
Zaterdag begon mijn vierdaagse tour naar Apiapaati, daarvoor mocht ik weer lekker vroeg mijn bed uit. Voor zeven uur zat ik al met een huisgenootje in de taxi om eerst haar vader en broer op te halen en vervolgens naar het kantoor van Su4you te rijden. Daar stonden we keurig op tijd en konden we nog even een kopje koffie drinken. De enige koffie die ze hier lijken te kennen is oploskoffie, je snapt dus wel dat ik hier in één keer van mijn dagelijkse kopje koffie ben afgestapt. Na een uur daar gezeten te hebben en er nog wat informatie over de twee tours gegeven werd die die ochtend begonnen, konden we met het busje op weg. Met vijf Nederlanders en vijf Surinamers was het een leuke mix. Na een paar minuten stopte we al zodat onze gids een deel van de boodschappen kon kopen. Dit werd allemaal op het dak van het busje gelegd. Een uurtje later stopte we weer om nog meer boodschappen te kopen. Onze gids kwam terug en vroeg of wij toevallig zin hadden in een snack. Dat laten wij ons geen twee keer vragen en hij gaf ons gelijk een zakje cassavechips die ook om negen uur al prima smaken. In het begin was de weg nog best vlak, maar na een tijdje reden we over heuvels. Na een rit van ongeveer drie uur kwamen we in Atjoni. Dit is het laatste dorp wat bereikbaar is met de auto. Vanaf daar kun je alleen per boot dieper Suriname in.
Om half twaalf zat ik al aan de bami, want na het eten zouden we gelijk met de boot naar Apiapaati gaan. Maar in Suriname gaat het meestal niet zo snel, zo ook deze keer. We moesten nog ‘even’ op de bootsman wachten die uiteindelijk rond half twee aankwam. Vanaf Atjoni was het nog een kleine vier uur varen, eerlijk gezegd had ik het na die tijd ook wel gehad op het houten bankje. Regelmatig moesten we tegen een stroomversnelling in varen waarbij er nog wel eens een verfrissende plons water in de boot kwam. Al varend hebben we nog een kaaiman gespot. De bootsman zette de boot in zijn achteruit en toen we allemaal met een camera klaar zaten en dichtbij waren, besloot de kaaiman dat het tijd was om er snel vandoor te gaan. Op het eiland stonden drie huisjes, één met vier bedden en twee met drie bedden. Het gezin mocht in het huisje met vier bedden en Annelies en ik zouden een eigen huisje krijgen. We keken elkaar aan en zeiden tegelijk dat we ook prima een huisje konden delen, is wel zo gezellig. We hebben een rondje over het eiland gelopen. Er is één gezin wat op dit eiland woont en ze hebben een aapje en een papegaai als huisdier. Dat schijnt hier normaal te zijn. Na dit wandelingetje stond het eten klaar. Toen het donker was, zijn we op zoek gegaan naar dieren. We hebben een paar spinnen en veel padden gezien. Iedereen was moe en we zijn vrij vroeg naar bed gegaan.
Zondag was het tijd om de jungle in te gaan. Na een klein stukje varen kwamen we bij een dorp waar we doorheen moesten lopen zodat de boot een naar de andere kant kon varen om ons weer op te halen. De boot moest toen door een stuk varen waar we niet met mensen erin over konden. Na weer een tijde varen kwamen we in het dorpje waar we uit zouden stappen. We hebben eerst de medische post gezien, in het weekend is de post dicht, dus er was niet heel veel te zien. Daarna liepen we door het dorpje richting de jungle. We kwamen weer een papegaai tegen die de mensen als huisdier hadden. De papegaai zat rustig op een tak en maakte veel geluid, hij deed de gids telkens na wat erg grappig was. Toen we lang genoeg gekeken hadden, gingen we weer verder. Onderweg zagen we nog een akker, heel grappig om te zien zo midden in de jungle. We moesten een stuk lopen naar de ananasberg, hier hebben we ongeveer twee uur over gedaan waarbij we vaak stopte en uitleg kregen van Cleon, onze gids. We kwamen langs veel bijzondere bomen, zo ook een wandelende palmboom. Bij die boom groeien de wortels boven de grond richting de zon zodat de boom in de zon blijft staan en wel een meter per jaar kan verschuiven. We hebben zelfs nog een zijdeaap gezien. Hij zat hoog in de boom, dus het was even goed kijken, maar ik heb voor het eerst in mijn leven een wilde aap gezien :) Na de tocht door de prachtige jungle was het tijd om de ananasberg te beklimmen. De berg is ongeveer honderd meter hoog en binnen tien minuten waren we boven. Een klim naar de top van de ananasberg kan natuurlijk niet zonder een stukje verse ananas. Onze gids had twee ananassen gevonden en we hebben er één opgegeten. Ondertussen hadden we een prachtig uitzicht over de jungle. Op de berg groeide best veel cactussen en bloemetjes. Na even gezeten te hebben was het tijd voor de afdaling en de tocht terug. Dit ging een heel stuk sneller dan op de heenweg, we liepen dan ook lekker door. Toen we bij de medische post kwamen stond de boot alweer klaar om ons naar de Tapawatra waterval te brengen, ook dit was maar een heel klein stukje varen. Daar hebben we geluncht (het was toen al drie uur) en lekker gezeten. Ook mochten we daar op een Airhead (sportluchtkussen) achter de boot hangen die met hoge snelheid over het water ging. Dit was heel leuk om te doen. Daarna was het alweer tijd om terug te gaan naar Apiapaati om daar nog even lekker in een hangmat te liggen. Na het eten gingen we weer met de boot het water op om kaaimannen en andere dieren te spotten. We hebben twee keer de ogen van een kaaiman gezien, maar helaas lukte het onze gids niet om er één te vangen. Wel heeft de gids een meerval (vis) gevangen die we hebben meegenomen.
Maandag stond er een koffietour op het programma. Hiervoor had de gids beloofd om ons rond zes uur met een leuk muziekje wakker te maken. Vol verwachting was ik dan ook de avond ervoor redelijk op tijd naar bed gegaan. Zijn ‘leuke’ muziekje was het vader Jacob wat hij floot, daar werd ik natuurlijk niet wakker van. Annelies gelukkig wel en die begon opeens keihard te lachen waardoor ik ook wakker werd en zijn prachtige gefluit kon horen. Annelies dacht overigens aan het liedje smakelijk eten wat ze ook vrolijk begon te zingen. De koffietour hielt in dat we in de boot gingen zitten, een stukje zouden varen en dan met de motor uit zouden gaan zitten en dieren kijken. En dit alles onder genot van een heerlijk kopje oploskoffie. Het was heel mistig en langzaam werd het licht. We hebben wel veel dieren gehoord, maar ze helaas niet gezien.
Weer terug op het eiland konden we genieten van de zon die verder op kwam achter de mist terwijl het ontbijt voor ons werd gemaakt. Na het ontbijt zijn we naar een aantal dorpen gegaan waar Marrons wonen, hier hebben we doorheen gelopen. Na een tijd lopen kwamen we weer bij de Tapawatra waterval waar we in een boot stapte om in naar de Gran Dan stroomversnelling te varen. Daar hebben we geluncht en een tijdje gezeten. Opeens zei de gids dat het tijd was om weer terug naar Apiapaati te varen waar we nog een tijd in de hangmat konden liggen. Die avond hebben deze minivakantie afgesloten met een kampvuur.Nog een paar grappige uitspraken van de gids tijdens deze tour:
Maak je niet druk, want de drukkerij is al gesloten.
We hebben geen haast, alleen konijnen.
Busje komt zo (als er iets zo ging gebeuren of als er iets aankwam)
Mooi (gewoon vanuit het niets)
Dinsdag was het helaas weer tijd om terug naar Paramaribo te gaan. Om acht uur stonden we klaar voor vertrek. Dit keer was het wat korter varen, doordat we stroomafwaarts gingen was het nu slechts een kleine drie uur varen. Soms was het weer vrij wild waarbij het water opspatte al heb ik mezelf dit keer droog weten te houden. Het is een beetje het idee van die ronde bootjes in de wildwaterbaan van de Efteling, maar dan in het echt. Om elf uur waren we weer in Atjoni waar we lunch kregen. We konden, zoals vaak hier, kiezen uit nasi of bami. Natuurlijk konden we niet gelijk vertrekken toen we ons eten op hadden, dit keer moesten we wachten op de chauffeur van het busje. Na een uur wachten konden we terug naar Paramaribo, onderweg hebben we nog een luiaard gezien.
Rond vier uur waren we weer in de stad Ik ben redelijk vroeg naar bed gegaan, want woensdag was het na een weekend van vijf dagen weer eens tijd om naar stage te gaan.Reacties
Reacties
Het is maar goed dat Suriname zo groet is valt er lekker veel te zien
Gelukkig heb jij zee benen ;)
Al zou ik die aapjes wel heel erg graag willen zien ;-)
Geniet van al het moois!!! Dat doen wij van al je mooie verhalen :)
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}